doolhofjes
Doolhofjes van ajourslingers
Dit is een behoorlijk pittig blok…
Je kunt het patroontje en eventueel de tabel uitprinten en een bladwijzer of potlood gebruiken om bij te houden waar je gebleven bent…
Ik raad je aan om eerst een proefstukje te breien. Neem hiervoor een aantal steken dat deelbaar is door 7 (vanwege het patroontje) en aan iedere zijde een kantsteek of 2 ribbelsteken zoals we altijd doen bij de blokken.
Om niet in de war te raken, kun je een steekmarkeerder plaatsen na iedere 7 steken van het patroontje, dan merk je meteen wanneer je een fout maakt.
Als je in de teruggaande (even) naald, waar je dus averecht breit een omslag moet doen, dan moet je heel goed opletten of je inderdaad wel een lusje hebt gemaakt met je draad. Je moet de draad nog even een extra keer onder je naald door halen, anders mis je de omslag!
Afkortingen/uitleg:
• rb.st = ribbelsteek
• r.e.o. = rechte eenvoudige overhaling: 1 st. r. afhalen, 1 st. r. breien, afgehaalde steek erover heen halen (V in tabel)
• a.e.o = averechte eenvoudige overhaling: draad naar de voorkant, 1 st. r. afhalen, volgende st. ook r. afhalen, deze st, in deze richting weer op de linkernaald zetten, dan deze 2 st. av. samenbreien door ze te nemen langs de achterdraad. (V* in tabel) De lusjes van de steken komen nu aan de voorkant van het werk, en dat geeft het mooie effect.
• o = omslag (O in tabel)
• r.s.br = recht samen breien
• a.s.br = averecht samen breien
Opzetten 46 stk met naald 3,5. Brei 3 naalden ribbelsteek.
Doolhofjespatroon:
Toer 1: 2 rb.st, 2 r, *2 r.s.br. – 1 o – 5 r, herhaal vanaf *, eindigen met 2 r.s.br. – 1 o, 3 r., 2 rb.st.
Toer 2: 2 rb.st, *1 av, 1a.e.o. – 1 o, 1 av – 1 o – 2 a.s.br – 1 av, herhaal vanaf *, eindig met 2 rb.st
Toer 3: 2 rb.st, * 2 r.s.br – 1 o – 3r – 1 o -1 r.e.o, herhaal vanaf * en eindig met 2 rb.st
Toer 4: 2 rb.st, 42 av, 2 rb.st
Toer 5: 2 rb.st, * 1 o – 1 r.e.o – 5 r , herhaal vanaf *, eindig met 2 rb.st
Toer 6: 2 rb.st, * 1 o – 2 a.s.br. – 2 av – 1 a.e.o – 1 o – 1 av, herhaal vanaf * en eindig met 2 rb.st
Toer 7: 2 rb.st, * 2 r – 1 o – 1 r.e.o. – 2 r.s.br – 1 0 – 1 r, herhaal vanaf * en eindig met 2 rb.st.
Toer 8: als toer 4
Patroon in tabel (zonder de ribbelsteken aan het begin en het einde van de toer)
Oneven toeren van rechts naar links lezen, even toeren van links naar rechts lezen
I
|
I
|
I
|
I
|
I
|
I
|
I
|
1
|
O
|
2
|
V
|
0
|
I
|
I
|
O
|
2
|
I
|
I
|
V*
|
O
|
1
|
I
|
I
|
I
|
I
|
I
|
V
|
O
|
I
|
I
|
I
|
I
|
I
|
I
|
I
|
V
|
O
|
I
|
I
|
I
|
O
|
2
|
I
|
V*
|
O
|
I
|
O
|
2
|
I
|
I
|
I
|
I
|
O
|
2
|
I
|
I
|
8
7
6 I = recht aan de
voorkant, av. aan de achterkant
5 O= omslag
4 V*= averechte eenvoudige
overhaling
3 2= recht/averecht samen
breien
2 V=rechte eenvoudige
overhaling
1